Kwekerij
De bollenteelt
De bollenteelt bestaat uit de volgende fases.
- Het planten,
- Het bewerken op het land
- het bollen rooien.
- Als de bollen uit de grond zijn, moeten ze nog verwerkt worden in de schuur.
Bollen Planten: In het najaar (oktober/november) worden de bollen geplant. Ze worden dan tussen 2 netten "gestrooid" en bedekt met een laag grond. De netten dienen ervoor dat de tulpen makkelijk gerooid kunnen worden met weinig verlies van bollen. Er worden meerdere maten geplant, zodat we na het rooien zowel nieuw plantgoed hebben als voldoende "grote" bollen die we gebruiken in de broeierij.
Bewerkingen op het land: In het voorjaar gaat de plant snel groeien. Vlak voor de bloei is veel zon en voldoende vocht belangrijk. Afhankelijk van het soort, bloeien de eerste tulpen al in april. De tulpen worden dan handmatig geselecteerd, wat inhoudt dat virussen en ‘dwalingen’ verwijderd worden. In mei, als de tulpenvelden volop in bloei staan, worden de tulpen ‘gekopt’. De bloem wordt er dan af gehaald. Hierbij is het belangrijk dat zoveel mogelijk van de stengel en het blad blijft staan. Alle energie opgenomen uit zonlicht en de bodem steekt de tulp nu in de ontwikkeling van de nieuwe bol. In droge perioden blijft water geven belangrijk.
Bollen rooien: Eind juni sterft het blad af. Het wordt nu tijd om de bollen te rooien. Hierbij worden de netten met bol en al uit de grond gehaald, de netten worden van elkaar gescheiden waarna de bollen in een wagen kunnen vallen. Op de boerderij worden de bollen ontdaan van grond, vindt er een voorselectie op grootte plaats en worden ze vervolgens gedroogd.
Bollen pellen en verwerken: Alleen de grote bollen worden gepeld. Dit houdt in dat het worteltje onderaan de bol verwijderd wordt. Dit gebeurt deels machinaal en deels door vakantiewerkers. Na het pellen worden de bollen op grootte gesorteerd, nagekeken en geteld. De grote bollen worden in het broeiseizoen erop gebruikt voor het broeien van de tulpen, de kleine bollen gaan in oktober/november weer de grond in.